Deze voorstelling is ‘te gast’ en wordt door CC De Factorij productioneel, logistiek en technisch ondersteund maar kadert niet binnen de eigen programmatie.

---

In opdracht van een mysterieuze tussenpersoon - de echte opdrachtgever was de graaf Franz von Walsing die deze dodenmis bestelde ter ere van zijn overleden vrouw Anna - werkte Mozart aan het Requiem op zijn laatste ziekbed in november 1791. Het zou zijn laatste, onvoltooide meesterwerk worden: op 5 december 1791 overleed hij. Zijn oud-leerling Franz Xaver Süssmayr voltooide het werk met groot respect voor Mozarts schetsen.

Behalve het Requiem staan nog twee Mozart-pareltjes op het programma:

• Laudate Dominum (“Looft God-Psalm 117”) voor sopraan, strijkers en koor. Het is één van zijn meest bekende kerkmuziekstukken, met een schitterende sopraansolo, afgewisseld met prachtig koor- en orkestwerk. Voor velen geldt deze lofzang als het mooiste wat Mozart ooit geschreven heeft. 
• Ave verum corpus voor koor en strijkers. Hij schreef het om het feest van Sacramentsdag te vieren tijdens het componeren van zijn opera Die Zauberflöte en bij een bezoek aan zijn zwangere vrouw Constanze die hun zesde kind droeg. Zes maanden later overleed hij.

Omniacantica

Galerij